Het begrip ATEX behelst alle situaties waar een kans bestaat op gas- en stofontploffingsgevaar. De afkorting ATEX is afkomstig van de Franse woorden ATmosphere EXplosible uit de Europese richtlijnen van explosieveiligheid. Bedrijven en organisaties die werken in explosiegevaarlijke omgevingen dienen maatregelen te nemen zodat werknemers op een veilige manier hun werkzaamheden kunnen uitvoeren. Hiervoor zijn ATEX normen of richtlijnen opgesteld. Een van deze normen bestaat uit het trainen en opleiden van de medewerkers in het veilig werken binnen een explosiegevaarlijke zone middels een ATEX opleiding.
Binnen de Europese Unie zijn twee ATEX richtlijnen opgesteld. Elk lid binnen de EU dient deze richtlijnen op te nemen in hun nationale wetgeving. In Nederland zijn deze richtlijnen opgenomen in de Warenwet en de ARBO-wet.
De ATEX richtlijn 114 (2014/34/EU en voorheen ATEX 95) bepaalt aan welke normen apparatuur en producten moeten voldoen die worden gebruikt in explosiegevaarlijke omgevingen. Deze richtlijn is vooral van toepassing op fabrikanten.
Producten die voldoen aan de eisen van de ATEX 114 richtlijn zijn te herkennen door een extra teken in combinatie met de CE markering:
De ATEX richtlijn 153 (1999/92/EG en voorheen ATEX 137) beschrijft de veiligheidseisen die werkgevers of eigenaren van ATEX-installaties verplicht moeten treffen zodat medewerkers veilig en gezond kunnen werken in omgevingen met explosiegevaar. De werkgever heeft de volgende verplichtingen:
Explosiegevaarlijk gebieden dienen duidelijk gemarkeerd te worden met een waarschuwingsdriehoek:
Gas- en stofexplosies kunnen enorme schade aanrichten en het werken met explosieve stoffen en gassen neemt dan ook grote risico’s met zich mee. Vanuit dat oogpunt is het belangrijk dat men kan controleren of producten en installaties, werkomgevingen en persoonlijke competenties aan de gestelde regels en eisen. Om dit te controleren wordt gebruik gemaakt van ATEX certificatieschema’s.